Het OM heeft tot twee jaar en acht maanden geëist tegen de telefoonronselaars, voor afpersing van jonge vrouwen. Afgelopen maart waren de telefoonronselaars te zien in Opgelicht?!.

Tegen twee mannen van 22 en 27 jaar heeft het OM celstraffen geëist van 32 maanden gevangenisstraf waarvan 8 maanden voorwaardelijk en 30 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De mannen worden verdacht van het afpersen van vijf jonge vrouwen en het oplichten van één slachtoffer. Volgens het OM werden de vrouwen zo geïntimideerd en bedreigd dat zij telefoonabonnementen op hun eigen naam afsloten. De telefoons werden vervolgens aan de verdachten afgedragen.

De beide verdachten hadden een vaste werkwijze. Via advertenties op internet of in het uitgaansleven ronselden zij hun slachtoffers: jonge kwetsbare vrouwen die snel geld nodig hadden. De mannen spraken met hun slachtoffers vooral in Amsterdam af. De vrouwen werd gedwongen (meerdere) dure telefoonabonnementen af te sluiten en leningen aan te gaan voor laptops.

Volgens het OM zijn de verdachten op een geraffineerde en berekende wijze te werk gegaan en hebben zij zich niet bekommerd om de aanzienlijke financiële schade die de slachtoffers hebben geleden.

Een aantal slachtoffers herkende één van hun afpersers in een uitzending van Opgelicht?!, waarin de twee verdachten naar voren kwamen met dezelfde werkwijze. Tijdens een actie van de politie ontvluchtte de 27-jarige verdachte de woning waar hij zich ophield door via het balkon te springen. Hij werd in de buurt van de woning aangehouden. De tweede verdachte meldde zich enkele dagen na de uitzending van Opgelicht?! afgelopen maart.

Beide verdachten liepen nog in een voorwaardelijke invrijheidstelling vanwege eerdere veroordelingen. De officier van justitie wil dat de verdachten hun resterende straf van respectievelijk 600 dagen en 487 uitzitten en heeft de rechtbank gevraagd dit toe te wijzen. Ook moeten de verdachten volgens het OM de geleden schade van ruim 20 duizend euro vergoeden.

De rechtbank doet op 13 juli 2016 uitspraak.

Bron: OM