Het Openbaar Ministerie verdenkt een Rotterdamse kliniek waar spataderen, huidziekten en aambeien worden behandeld van grootschalige fraude met declaraties. De eigenaar van het behandelcentrum, de 60-jarige Robert B., staat donderdag 6 februari voor de rechter.
Zelf betwist Robert B. dat er is gefraudeerd. Het Openbaar Ministerie denkt daar echter anders over en is van mening dat er bij twee zorgverzekeraars dagbehandelingen zijn gedeclareerd, terwijl er in werkelijkheid goedkopere poliklinische behandelingen werden gegeven. Daar zijn experts voor geraadpleegd: zij zijn van mening dat er sprake is van grote prijsverschillen tussen deze declaraties.
De verdenking luidt dat B. én de kliniek - die als stichting voor de rechter staat - zichzelf met de declaraties opzettelijk hebben verrijkt.
'Foute declaraties werden al dan niet opzettelijk ingediend'
Hoewel het declareren van duurdere behandelingen dan daadwerkelijk zijn gegeven een voor de hand liggende manier is om zorgfraude te plegen, is het in de praktijk vaak lastig om fraude voor de rechter te bewijzen. Het Openbaar Ministerie houdt dan ook een slag om de arm wat betreft de vraag of dit opzettelijk is gebeurd.
De advocaat van de verdachte stelt dat er 'binnen de afspraken met de verzekeraars en binnen de regels' is gedeclareerd. De foute declaraties zouden in 2010 en 2011 zijn ingediend, maar toen was er sprake van onduidelijke regelgeving, vervolgt de advocaat: 'De stichting en de eigenaar staan nu voor de rechter, maar zij denken dat zij niets anders gedaan hebben dan de rest van de sector'.
Verdachte B. wil zelf geen commentaar geven.
Al in 2014 meerdere signalen over fraude
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) deed in 2014 onderzoek naar foute of onterecht ingediende declaraties van deze kliniek. Na 'meerdere signalen' over fraude heeft de NZa de administratie van de kliniek gekopieerd ten behoeve van het onderzoek. Destijds gaf de instelling aan zich van geen kwaad bewust te zijn.
Fouten en tekortkomingen
Ook op het medische vlak waren er tekortkomingen geconstateerd. Zo werd een Vlaamse vaatchirurg veroordeeld wegens ernstige operatiefouten: hij vergat tot twee keer toe om operatiedraden uit aders te verwijderen. Dat leverde hem een boete van 35.000 euro op, maar ook een voorwaardelijke straf. Het medisch tuchtcollege gaf hem bovendien een waarschuwing, waarop hij de operaties tijdelijk staakte. Hij bleef echter wel in functie als bestuurder en mede-eigenaar van de kliniek.
Begin 2019 constateerde de inspectie na een onaangekondigd bezoek dat er sprake was van 'bepaalde tekortkomingen'. Deze tekortkomingen werden door de kliniek afdoende aangepakt: enkele maanden later werd geconcludeerd dat de kliniek de juiste stappen nam om deze tekortkomingen te verhelpen.
Vrijspraak
Het Openbaar Ministerie stelde direct aan het begin van de zitting op donderdag 6 februari vast dat er onvoldoende bewijs is voor oplichting. De rechter ging daarin mee.
De officier van justitie kreeg tot aan de ochtend van de zitting nog documenten van de verdediging overhandigd die de zaak in een ander daglicht stelden. Zo zou de meest belastende verklaring afkomstig zijn van een getuige die de verdachte 'niet een warm hart toedraagt'. Daarnaast werd gesteld dat de regels voor het indienen van declaraties in 2010 en 2011 niet helder waren: de kliniek zou de regels dus niet bewust hebben overtreden.
Bron: AD.nl