De uitspraak van de Raad voor de Journalistiek waarin zij TROS Opgelicht?! veroordeeld voor het ten onrechte gebruiken van overvaljournalistiek slaat de plank volledig mis.
De Raad stelt dat uit niets gebleken is dat de omroep pogingen heeft gedaan om Hans S. (de klager/oplichter in kwestie) op een rustige manier aan het woord te laten. Dit strookt niet met de waarheid. Redactiewerk achter de schermen heeft niet geleid tot contact met S.– alle contact werd door S. van de hand gewezen. S. is diverse keren in de gelegenheid gesteld om zijn reactie op een rustiger moment voor camera te geven.
De TROS heeft in deze zaak geen verweer gevoerd omdat zij ten principale de medewerking met de Raad heeft opgezegd. Dit gebeurde nadat de Raad het programma TROS Radar veroordeelde op feiten die de programmamakers met bewijzen konden weerleggen. De Raad bleek niet bereid om haar uitspraak te herzien, aan te passen of zelfs maar van een voetnoot te voorzien.
Hoewel raadslid Bart Brouwers van de Raad eerder aangaf dat “de behandeling van elke zaak waarbij geen verweer gevoerd wordt een gemankeerde zaak is”, heeft de Raad zich bij deze zaak wederom weinig terughoudend opgesteld. Een beroepsprocedure bij de Raad is nog steeds onmogelijk.
De TROS vindt dat de Raad voor de Journalistiek wederom heeft laten zien dat zij inhoudelijk gebrekkig functioneert en geen serieus onderzoek doet naar waarheidsvinding.