Vanwege gesjoemel met 30.000 liter vervuild water en het illegaal overbrengen daarvan naar de Rotterdamse haven, heeft justitie woensdag een boete van een half miljoen euro geëist tegen de Angolese tak van oliebedrijf BP. Tegen invoerder International Slop Disposal (ISD) eiste het Openbaar Ministerie 250.000 euro boete.

Het afvalwater was afkomstig van een boorplatform voor de kust van Angola. Het was te vies om daar te lozen en werd daarom naar Rotterdam gebracht. Dat had niet gemogen: afvalstoffen uit het Afrikaanse land mogen Europa überhaupt niet in. Angola is namelijk als een van de weinige landen ter wereld geen partij bij een belangrijk verdrag over het vervoer van gevaarlijke stoffen, de Conventie van Bazel.

'BP is een grote speler in de wereld van de oliewinning. Van een dergelijk bedrijf mag grondig onderzoek verwacht worden naar de juiste manier van transporteren en verwerken van afval', stelde de officier van justitie. 'Een multinational moet alles op alles te zetten om zorgvuldig volgens de internationale, regionale en nationale regelingen te handelen.'

ISD bracht het vervuilde water met gehuurde schepen naar een afvalverwerker. Volgens justitie stond op de documenten een misleidende omschrijving van de lading en werden controles bewust omzeild. De directeur van het bedrijf moet wat de officier betreft 240 uur werkstraf doen. Een werknemer hoorde 100 uur werkstraf tegen zich eisen.

Bron: ANP

Gerelateerd