Steeds meer apparaten zijn met het internet verbonden en maken deel uit van het zogeheten Internet of things. Dit kan heel handig zijn, maar het brengt ook de nodige risico’s met zich mee. In dit artikel lees hoe je deze apparaten kunt beveiligen en waarom dit zo belangrijk is.
Internet of things
Internet of things (IoT), 'internet der dingen' in het Nederlands, is een verzamelnaam voor allerlei apparaten die op het internet aangesloten zijn en zelfstandig kunnen opereren en communiceren. Dit zijn zogenaamde 'slimme apparaten', zoals een webcam, babyfoon, ijskast, thermostaat, printer, verlichting, wasmachine, auto en apparatuur voor netwerkopslag (NAS). De apparaten naast je computer, tablet of smartphone dus.
Mogelijke risico’s
Er kunnen verschillende dingen misgaan als je deze apparaten niet goed beveiligt. Een aantal voorbeelden:
- Kwaadwillenden verschaffen zich toegang tot jouw apparaat. Ze kunnen bijvoorbeeld meekijken met een webcam in jouw huis. Zo kunnen inbrekers zien wanneer je van huis bent. Of hackers gaan met gevoelige beelden aan de haal, waarmee ze jou vervolgens chanteren. Ook kunnen ze allerlei apparaten in jouw huis overnemen en op afstand bedienen.
- Als je een NAS gebruikt en deze niet goed beveiligt, kunnen criminelen bij alle informatie die je op de schijf hebt opgeslagen. Staat er een kopie van je paspoort op, dan ligt jouw digitale identiteit op straat.
- Jouw apparaat kan onderdeel worden van een botnet. Hiermee kan een DDoS-aanval uitgevoerd worden. Hier merk je zelf niets van, maar het kan grote gevolgen hebben voor de partij die aangevallen wordt.
Apparaten beveiligen
Op de website veiliginternetten.nl worden de volgende tips gegevens om apparaten gekoppeld aan internet te beveiligen:
- Bepaal welke apparaten zoals printers, scanners, webcams, televisies en netwerkopslag (NAS) met jouw netwerk verbonden zijn.
- Stel de firewall van jouw internetrouter zo in dat deze apparaten niet bereikbaar zijn vanaf internet.
- Schakel UPnP uit op deze apparaten.
- Stel toegangsbeveiliging met een gebruikersnaam en wachtwoord in op deze apparaten of verander het standaardwachtwoord dat er al op zat.
- Gebruik, waar mogelijk, versleutelde verbindingen zoals HTTPS om met deze apparaten te communiceren.
- Bezoek regelmatig de website van de leverancier om na te gaan of er updates voor de (besturings)software (firmware) van de apparaten zijn. Installeer firmware-updates als deze beschikbaar zijn.
- Stel eventuele andere beschikbare beveiligingsmaatregelen op deze apparaten in. Raadpleeg de handleiding voor een overzicht.