Een kopstuk van een in Nederland opererende phishingbende werd na 1,5 jaar onderzoek tot drie cel jaar veroordeeld, waarvan een jaar voorwaardelijk met proeftijd. De man gebruikte zijn positie binnen een van de grootste banken van Nederland als bron en afscherming voor zijn criminele activiteiten.

De pishingbende werd sinds 2016 opgespoord. Een boer uit de provincie Zeeland werd 200.000 euro lichter gemaakt en deed net als andere slachtoffers aangifte van phishing. Zaken rond digitale oplichting zijn vaak complex, maar het cyberteam stond voor een technische uitdaging: nooit eerder werden de werkwijze en omvang van de pishing in beeld gebracht. Maar de grootste uitdaging was de positie van de hoofdverdachte binnen een van de grootste banken van Nederland.

Gevangenisgesprekken

Tijdens het voorarrest van de hoofdverdachten werd in de cel van een van hen een mobiele telefoon gevonden. Via de smartphone kon het cyberteam gevangenistelefoongesprekken opvragen en inzicht krijgen in de rol van drie andere verdachten. Verschillende hoofdverdachten werden op 17 mei 2019 tot vijf jaar veroordeeld. Door de omvang van het onderzoek werden de zaken van twee van de andere verdachten overgedragen aan andere cybercrimeteams in het land.

Luxeartikelen

Naar verdachte Jeffrey N. werd in december 2018 een eigen opsporingsonderzoek opgestart, dat zich ook richtte op grootschalige phishing van bankgegevens. Net als de andere hoofdverdachen hield de man er een luxueuze levenstijl op na, met horloges, kleren en spullen van dure merken. De motivatie van de politie in dit soort zaken is om het vermogen zoveel mogelijk te traceren en af te nemen.

Publiek-private samenwerkingen

Het cyberteam werkte samen met de securityafdeling van de bank waar de hoofdverdachte een functie had. Even leek de informatiebron op te drogen, toen het werkcontract van de man afliep. Tot hun verbazing namen de onderzoekers echter waar hoe een 'insider' de man listig op de fraudeafdeling van een internationaal zeer bekende kledingfabrikant binnenhaalde. 

Ook met dit bedrijf kon het cyberteam een parallel onderzoek opstarten. 'Dit soort publiek-private samenwerkingen (PPS) zijn niet meer weg te denken in de aanpak van cybercrime', stelt Martijn van Dam, teamleider van het cyberteam. En met resultaat: ondanks geen voorgaande overtredingen, werd Jeffrey N. tot een gevangenisstraf van drie jaar veroordeeld, waarvan een jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.

Vaak ontastbaar

'Cybercriminelen weten hun feiten op veel manieren te verhullen en voelen zich door allerlei barrières vrijwel ontastbaar. En dat zijn ze vaak ook', vertelt Van Dam over de uitdaging en aanpak van het lange onderzoek. 'Het begint altijd bij een sterke informatiepositie, om inzicht te verwerven in het criminele bedrijfsproces. Noodzakelijk voor succes is de goede dynamiek tussen de landelijke multidisciplinaire cybercrime teams. Intelligence, tactiek en specialisme zijn als één team tot effectieve interventies gekomen.'

Bron: Politie.nl