De twee hoofdverdachten in het financiële schandaal rond woningcorporatie Vestia zijn veroordeeld tot celstraffen tot drie jaar. De rechtbank in Rotterdam acht bewezen dat Marcel de V. (52) zich schuldig heeft gemaakt aan omkoping, oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen en Arjan G. (47) aan omkoping en fraude. Twee andere verdachten kregen een taakstraf en een boete. Drie verdachten zijn vrijgesproken.

De twee waren de spil in een omkopingsschandaal bij de destijds zeer grote woningcorporatie. V. was kasbeheerder bij Vestia en G. financieel tussenpersoon. Samen sloten ze bij banken jarenlang honderden contracten af - ter waarde van 23 miljard euro - voor zogeheten derivaten, financiële producten die beschermen tegen rentestijgingen. Het ging mis toen de rente fors daalde. Het leidde in 2012 bijna tot de val van Vestia.

'Gedreven door hebzucht de grenzen overschreden'

Uiteindelijk bleek dat De V. en G. voor deze contracten zelf heimelijk ruim 20 miljoen euro aan commissie opstreken. G. ontving deze 'fees' en betaalde de helft aan De V., die binnen Vestia veel vertrouwen en vrijheid genoot. Om de handelwijze, de steekpenningen en omkooprelatie te verdoezelen, pleegden ze valsheid in geschrifte, stelde de rechtbank. Die vond dat ze gedreven door hebzucht de grenzen hebben overschreden. De V. liet onder meer zijn huis verbouwen en kocht luxe spullen.

Taakstraf en boete voor medeverdachten

De V. is altijd blijven ontkennen dat hij strafbare feiten pleegde. Hij betaalde ook belasting over de in zijn ogen 'neveninkomsten'. Arjan G. (47) werkte wel mee aan onderzoek van het Openbaar Ministerie (OM). Toch gaf hij volgens de rechtbank geen volledige openheid op het gebied van een opzettelijk onjuiste administratie en belastingaangifte. Twee andere verdachten kregen een taakstraf en een boete voor het medeplegen van omkoping.

Drie verdachten vrijgesproken

Drie verdachten zijn vrijgesproken, onder wie de vader en de ex-partner van G. Zij werden beschuldigd van witwassen maar de rechtbank vindt dat het geld dat zij uit de 'fees' van G. ontvingen, een legale herkomst hadden. Van de andere verdachte is niet bewezen dat hij steekpenningen ontving van de hoofdverdachten.

Bron: ANP

Gerelateerd