Chany R. (45), voormalig ambtenaar bij de gemeente Amsterdam, kreeg 43 maanden celstraf opgelegd wegens de jarenlange geraffineerde oplichting van de gemeente en een leasebedrijf. Zijn partner Rubia B. (46) kreeg 32 maanden celstraf. Over een periode van 7,5 jaar werd zo'n drie miljoen euro verduisterd en witgewassen.

Het stel, woonachtig in Badhoevedorp, was in een eerdere civiele zaak al veroordeeld tot het terugbetalen van het verduisterde miljoenenbedrag. In deze zaak werd echter hoger beroep aangespannen, dat loopt nog. Het echtpaar had twee handlangers. Dat tweetal, Amsterdammers van 71 en 53, kregen werkstraffen van 200 en 240 uur opgelegd. De man van 53 kreeg daarnaast nog een voorwaardelijke celstraf van drie maanden opgelegd, aldus Rechtspraak.nl.

Auto's, speedboten, horloges en dure vakanties

Chany R. was beheerder van gemeentewerven en een deel van het wagenpark van de gemeente Amsterdam, zo meldt het AD. Door honderden facturen van bedrijven op naam van zijn echtgenote en de twee handlangers te vervalsen, wist R. zich grote geldbedragen aan gemeenschapsgeld toe te eigenen. Dat geld werd gebruikt voor verschillende privédoeleinden.

Op papier werd het geld uitgegeven aan (aanpassingen aan) diverse voertuigen, waaronder zeven mini-tractoren, vrachtwagens, auto's, diensten en materialen die in werkelijkheid helemaal niet geleverd werden. In werkelijkheid kocht het echtpaar van de wegggesluisde miljoenen maar liefst negentien auto's, drie speedboten en voor enkele tonnen aan dure horloges en merkzonnebrillen. Ook nam het stel het er flink van: tijdens reizen naar Suriname verbleven ze in luxe hotels.

Drie van de auto's waren Porsche Cayennes die samen 185.000 euro waard waren. Ook zou R. een bedrag van 1,5 miljoen euro hebben vergokt, zowel online als in casino's.

Patserboten

In februari 2015 kwam de zaak aan het licht in het kader van een onderzoek dat door de recherche werd ingesteld naar zogenaamde 'patserboten', volgens de recherche geliefd speelgoed onder criminelen. Een onderzoek naar de bezittingen van het tweetal leverde al gauw een aantal onverklaarbare discrepanties op: het salaris van het tweetal - gezamenlijk iets minder dan 7.000 euro per maand - was namelijk bij lange na niet toereikend om al deze dure bezittingen mee te bekostigen.

Onder codenaam Hippo begon de recherche een onderzoek naar de financiën. Ze wisten al snel te constateren dat de gemeente enkele tonnen had overgemaakt naar een bedrijf dat op naam stond van Rubia B. Ook de gemeente kreeg een tip en besloot onder codenaam Tulp een eigen onderzoek in te stellen.

Beide onderzoeken leverden het inzicht op dat R. al sinds januari 2008 vervalste facturen voor niet-geleverde goederen en diensten zou hebben laten uitbetalen. Collega's van R. wisten van niets.

Geen bewijs voor geleverde diensten

R. beweert dat er wel degelijk goederen of diensten zijn geleverd, maar volgens de rechtbank is daar geen spoor van aangetroffen. R. heeft deze stelling zowel tijdens het civiele proces als tijdens de strafzaak niet weten te onderbouwen, aldus de rechtbank.

Aanvankelijk was de eis een stuk hoger: 68 maanden cel voor R. en 46 maanden voor zijn echtgenote. De straffen vielen lager uit omdat het tweetal niet eerder voor vergelijkbare feiten is veroordeeld en omdat de strafzaak ook langer liep dan gepland. 

Bewust gehandeld

Wel neemt de rechtbank het R. bijzonder kwalijk dat hij jarenlang een zeer luxe leven van gemeenschapsgeld heeft geleid, geld waarvan hij 'jarenlang structureel en op zeer omvangrijke schaal ernstig misbruik maakte'. Volgens de rechtbank heeft R. 'welbewust gehandeld, kennelijk slechts met het oog op persoonlijk financieel gewin', en stopte de oplichting alleen omdat de recherche bepaalde malversaties constateerde en R. op de korrel nam.

R. vervulde een sleutelrol en stuurde de medeverdachten aan. Ook heeft R. de zwendel nooit toegegeven, waardoor de rechtbank van oordeel is dat R. 'op geen enkele manier blijk van inzicht geeft in de kwalijkheid van zijn handelen'. Ook neemt hij volgens de rechtbank geen verantwoordelijkheid. R. gaat waarschijnlijk in hoger beroep.

Administratieve wanorde bij gemeente Amsterdam

Alexander Admiraal, de advocaat van R., betoogde dat simpelweg niet kon worden vastgesteld of bepaalde goederen of diensten wel geleverd waren omdat de administratie van de gemeente Amsterdam een wanorde was. Ook zou er sprake zijn van een behoorlijk gebrek aan controle, een beeld dat door getuigen zou worden bevestigd. Getuigen zouden een 'ronduit schokkend beeld' schetsen van de situatie.

'Hoe kunnen we een zinnig woord zeggen over onder andere geleverde voertuigen nu er geen duidelijke administratie aanwezig was?', vraagt Admiraal zich af, die verder nog aangeeft dat het hem niet verbaast dat het niet de gemeente is die de zaak aan het licht brengt, maar een toevallige 'patsercontrole' van de recherche.

De rechtbank gaat daar niet in mee: 'De omstandigheid dat (de) verdachte jarenlang zijn gang kon gaan doordat er sprake was van een gebrekkige controle bij de gemeente Amsterdam maakt het handelen van verdachte niet minder strafbaar.'

Bron: AD.nl / Rechtspraak.nl