De voormalige campagnemanager van Donald Trump, Paul Manafort, is in de Amerikaanse staat Virginia veroordeeld tot een gevangenisstraf van 47 maanden. Dat is aanmerkelijk lager dan de 19 tot 25 jaar cel die de aanklagers hadden geadviseerd.

Manafort is onder meer schuldig bevonden aan bank- en belastingfraude. Hij verdiende veel geld met lobbywerk voor pro-Russische krachten in Oekraïne en verstopte miljoenen dollars op buitenlandse bankrekeningen. Daardoor liep de Amerikaanse fiscus belastinginkomsten mis. Ook loog Manafort tegen banken om leningen los te peuteren.

De lobbyist stond in 2016 enkele maanden aan het hoofd van de Trump-campagne. Sinds de presidentsverkiezing hebben de autoriteiten vervolging ingesteld tegen meerdere voormalige medewerkers van de president. Het gaat onder meer om de gewezen Nationaal Veiligheidsadviseur Michael Flynn en advocaat Michael Cohen, een voormalige vertrouweling van Trump. Hij is in december veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar.

Manafort's enige hoop op vrijheid ligt nu in handen van de Amerikaanse president. Donald Trump zei in november 2018 tegen de New York Post dat hij een presidentieel pardon voor Manafort niet uitsluit. 'De mogelijkheid van een pardon is niet van tafel', zei Trump toen tegen de krant.

De lobbyist hoort volgende week in Washington de uitspraak in een andere zaak tegen hem, waarin hij terecht staat wegens onder meer witwassen en zich niet laten registreren als buitenlands agent voor de pro-Russische regering van Oekraïne. Manafort riskeert in deze zaak een celstraf van tien jaar.

Gerelateerd