In een brief aan de Tweede Kamer heeft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid aangegeven dat banken de adresgegevens van vermeende internetoplichters niet met hun slachtoffers hoeven te delen. Alleen als een civiele rechter dit opdraagt, moet dit wel gebeuren.

De brief volgt op een overleg met de Tweede Kamer op 17 april. Tijdens dat overleg vertelde de minister dat er nog steeds gesprekken met banken gaande zijn betreffende het delen van NAW-gegevens van fraudeurs. Met de gegevens kunnen slachtoffers een civielrechtelijke actie ondernemen als ze denken opgelicht te zijn.

Privacywetgeving

De banken waarmee Grapperhaus heeft gepraat, geven aan dat ze de gegevens niet kunnen verstrekken, omdat ze dan in overtreding van de privacywetgeving zouden zijn. Een tegenrekening hoeft bovendien niet eens van de daadwerkelijke oplichter te zijn, maar van een zogenaamde katvanger. Ook bestaat het risico dat een slachtoffer het recht in eigen handen gaat nemen. Meer over katvangers kun je hier lezen:

Wat moet ik weten over bankrekeningfraude?

Civiele zaak

Als slachtoffers van online oplichting toch achter de gegevens van de fraudeur willen komen, moeten ze daarvoor een civiele zaak starten. Ook verwacht Grapperhaus van banken dat ze zich verantwoordelijk tonen voor het voorkomen van fraude en dat ze zich inspannen voor de slachtoffers ervan.

Bron: Security.nl