Minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) komt met nieuwe dierenwelzijnscriteria voor hondenfokkerijen. Deze richten zich vooral op uiterlijke kenmerken, zoals de vorm van de schedel, de neus en de ogen. Dat heeft minister Schouten in een brief aan de Tweede Kamer geschreven.
In de hondenfokkerijen komen steeds vaker ernstige schedel- en snuitafwijkingen voor, mede door de groeiende populariteit van kortsnuitige honden. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat deze honden, door de vorm van schedel en snuit, vaker te maken hebben met schadelijke gezondheids- en welzijnsproblemen zoals uitpuilende ogen, het niet kunnen sluiten van de ogen, ademnood, continue hoofdpijn en oververhitting.
Nieuwe regels voor betere handhaving
Het is al verboden om via de fokkerij uiterlijke kenmerken door te geven die schadelijke gevolgen kunnen hebben voor het ouderdier of de nakomelingen. Enkele voorbeelden zijn het ademgeluid, de neusverkorting en het ooglidreflex. Door de nieuwe criteria kunnen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Landelijke Inspectie Dierenbescherming (LID) de bestaande wetgeving beter handhaven. Ook dierenartsen en fokkers kunnen deze criteria gebruiken bij het selecteren van gezondere ouderdieren.
Sinds 2014 werkt de overheid samen met partners uit de hondenfokkerij om honden gezonder en socialer te maken. Zo zijn bepaalde rasverenigingen bezig met het kruisen van rassen voor gezondere nakomelingen, worden erfelijke ziektes gefaseerd uitgefokt en krijgen keurmeesters verplichte nascholing. De minister en de fokkers zijn het daarnaast eens dat er nog verder moet worden gewerkt aan het gezonder maken van de fokkerij. Zij gaan hierover in gesprek.