Je sleept iemand voor de rechter en je wint! Goed nieuws, denk je. Maar als je vervolgens je schade wil verhalen, blijkt dat nog niet altijd zo eenvoudig.
Opgelicht?! krijgt regelmatig verhalen binnen van mensen die na een slepende procedure eindelijk hun gelijk hebben gehaald, maar vervolgens toch geen cent ontvangen. Tot grote frustratie van de gedupeerden. Hoe kan dit? En wat kun je daartegen doen?
Twee routes
Als je een fraudeur of wanbetaler wil aanpakken via de juridische weg zijn er twee routes: de civiele en de strafrechtelijke. Voor de civiele route neem je een advocaat in de arm en start je een procedure. Uiteindelijk zullen jullie tegenover elkaar komen te staan in de rechtbank. Jij draait op voor de kosten van de procedure tenzij de rechter aangeeft dat de fraudeur/wanbetaler de kosten moet betalen.
De strafrechtelijke route begint met het doen van aangifte bij de politie. De politie onderzoekt de zaak en als er voldoende bewijs is, vervolgt het Openbaar Ministerie de fraudeur. Als gedupeerde kun je je ‘voegen' in die zaak. De strafrechter doet uiteindelijk uitspraak over de schadevergoeding.
Bij de strafrechtelijke route ben je afhankelijk van de beslissing van de politie en het OM. Die kunnen namelijk besluiten om de zaak niet in behandeling te nemen of iemand niet te vervolgen. Bovendien moeten er strafbare feiten gepleegd zijn. Dat is niet altijd het geval. Bij de civiele route heb je deze nadelen niet. Daar zullen de kosten alleen wel hoger liggen, omdat je zelf een advocaat moet betalen.
Brabantse snackbar
Een gewonnen civiele procedure is alleen nog geen garantie dat je je geld terugziet. Zo spraken wij een Brabantse snackbarhouder die zijn cafetaria had verkocht via een zogenoemde 'huurkoopconstructie'. Helaas stopte de nieuwe koper al snel met betalen. Daarop ging de snackbarhouder naar de rechter en won. De nieuwe koper had zich alleen failliet laten verklaren en dus kon de snackbarhouder fluiten naar zijn geld. Hij was een illusie en zo’n 8000 euro aan advocatenkosten armer.
De snackbarhouder kan met zijn vonnis wel een deurwaarder inschakelen. Die deurwaarder zal beslag leggen op bijvoorbeeld iemands loon of inboedel om het geld terug te krijgen. Maar ook dat biedt niet altijd soelaas, als die persoon bijvoorbeeld geen loon of inboedel heeft. Van een kale kip kun je immers niet plukken. Daarnaast kan iemand meer schuldeisers achter zich aanhebben, waardoor er weinig geld overblijft. Zo gaat bijvoorbeeld de Belastingdienst of een bank altijd voor op particuliere schuldeisers. Ook een deurwaarder biedt dus niet altijd een oplossing, terwijl je er wel voor moet betalen.
Caravanhandelaar
En hoe zit het met een veroordeling door de strafrechter? In ons programma besteedden wij aandacht aan caravanhandelaar Roy B, die 42 mensen dupeerde door caravans door te verkopen zonder daarvoor te betalen. In 2013 oordeelde de rechter dat hij ruim twee ton aan hen moet terugbetalen. Vier jaar later is die twee ton bij lange na niet betaald. Tot frustratie van de gedupeerden.
Het CJIB, het Centraal Justitieel Incassobureau, is verantwoordelijk voor het innen van de schadevergoeding na strafzaken. Vaak gaat daar een tijd overheen, omdat het meestal een dader is die meerdere schuldeisers moet terugbetalen. Om te zorgen dat er daadwerkelijk betaald wordt, kan het CJIB aanmaningen sturen en een deurwaarder inzetten. In sommige gevallen treft het CJIB een betalingsregeling om te zorgen dat uiteindelijk het totale bedrag geïncasseerd kan worden. Als dat niet werkt, kunnen ze de fraudeur zelfs in vervangende hechtenis nemen. Mogelijk zal dat dus ook met Roy B. gebeuren. Maar ook de instrumenten van het CJIB bieden geen garantie dat de oplichter daadwerkelijk de volledige schade terugbetaalt. Want zelfs voor het CJIB blijft een kale kip immers een kale kip.